Drukjacht

Vroeger had je de klassieke drijfjacht, waarbij op linie het gehele bejaagbare gebied uit werd gedreven. De laatste jaren is dit over gegaan in de bewegingsjachten wat inhoud dat de specifieke dichte dekkingen waar wild verwacht wordt uit gedrukt worden. Op deze manier ontstaat er niet op grootte schaal verontrusting.

Ook ziet men door de jaren heen dat er steeds meer naar een kleinere hond gevraagd wordt. De eenvoudige reden daartoe is dat de hoogbenige hond te snel en te kort achter het wild zit waardoor het wild te snel/hard aan schutters voorbij komt. Hierdoor werd er vaak wild ziek wordt geschoten.

De Duitse jacht terriër met zijn kleine formaat zal makkelijker door mei/sleedoorn gaan en met zijn luid spoor het wild al op enkele honderd meters in beweging brengen. Hierdoor komt het wild wat langzamer aan de schutters voorbij zodat deze vaak een beter schot kunnen afgeven. Varkens die blijven liggen in dichte dekking zullen door een goed werkende meute scherp bejaagd worden.

tableau